Apocalyps

WANT DE TIJD IS NABIJ

Ik, Johannes, was op het eiland, genaamd Patmos….
en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin zeggende:
Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste;
en hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek,
en zend het aan de zeven Gemeenten, die in Azië zijn, naar Efeze, Smyrna, Pergamum, Tyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea.”
En ik keerde mij om, om te zien wie met mij gesproken had
en toen zag ik in het midden van zeven gouden kandelaars iemand, die leek op de Zoon des mensen,
Hij had een lang kleed aan tot de voeten, dat was omgord met een gouden gordel.
En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand;
en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard;
en Zijn aangezicht was, gelijk de zon schijnt in haar kracht.
En toen ik Hem zag, viel ik aan Zijn voeten;
en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei:
Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste…
Schrijf, hetgeen gij gezien hebt, en hetgeen is, en hetgeen geschieden zal na dezen.

Zo ongeveer begint de Apocalyps van Johannes van Patmos, die de inspiratiebron is voor deze werken.

Het boek is helemaal niet makkelijk te lezen en vaak heb ik gedacht “wat voor paddo’s zou die Johannes hebben gegeten”. Uit literatuur over de Apocalyps heb ik begrepen dat tijdgenoten beter uit de voeten konden met de tekst. Er waren meer Apocalyptische boeken zowel in de Joodse als in de Christelijke traditie. Deze hebben alle eenzelfde patroon en daarom waren tijdgenoten beter in staat wijs te worden uit de vele beelden, geheimen en vreemde gebeurtenissen. Het patroon van het verhaal is me echter na bestudering duidelijk geworden en misschien is dat belangrijker dan de letterlijke tekst. Voor mij werkt dat in ieder geval wél zo.

Het woord ‘Apocalyps’ is afgeleid van het Griekse Ἀποκάλυψις, dat letterlijk het opheffen van de sluier is en ‘revelatie’ of ‘openbaring’ betekent. Het is een voorspelling van wat er zal gebeuren aan het eind der tijden, voorafgaand aan de komst van het Nieuwe Jeruzalem.  Want vaststaat dat er een nieuw Jeruzalem zal komen. Het is de vraag of dat een aards of hemels Jeruzalem zal zijn en belangrijker misschien of het gaat om een nieuw begin, waarna de cirkel van de tijd weer gaat lopen of dat het gaat om het bereiken van een perfecte staat aan het einde der tijden. – De Joden zijn het eerste volk met een lineaire tijd. Daarvoor was de tijd steeds circulair opgevat.- De Apocalyps is niet alleen voor gelovigen van belang, want het is in geseculariseerde vorm inspiratiebron geweest voor veel revolutionaire bewegingen tot aan het Marxisme toe.

Het patroon is voor alle apocalyptische boeken hetzelfde: Voor het nieuwe in de vorm van het Hemelse Jeruzalem kan ontstaan is er een Katharsis nodig. Een grote schoonmaak van alles wat in de Schepping verkeerd is gegaan of gelopen. Deze Katharsis is zeer heftig: hongersnood, plagen, onderdrukking en rampen komen over de aarde. De heftigheid ervan komt voort uit het feit dat het een continuatie is van de hemelse strijd tussen God en Satan.

Zoon des Mensen

Satan – De Grote Rode Draak- wordt verbannen naar de aarde en begint daar een oorlog met de uitverkorenen.  Ondanks de rampen, die er gebeuren, wordt voorspeld dat het Goede  of God ten slotte overwint, de gelovigen gespaard zullen worden en een nieuw Jeruzalem gesticht. Juist die boodschap moet Johannes versturen naar de zeven gemeenten: Efese, Smyrna, Pergamon, Tyatira, Sardes, Filadelfia en Laodiceia.

Het verhaal is heel beeldend: het gaat om sprinkhanen als paarden zo groot, met vrouwenharen en een leeuwenkop, over duivels en engelen, de vier ruiters, een gevecht van Michael en de draak, de hoer van Babylon, de Anti-christ, het lam, de 144.000, het zevende zegel en een vrouw zittend op een beest met zevenkoppen. Zulke mooie beelden hoeven eigenlijk bijna geen samenhangend verhaal om ze te verduidelijken. Ze spreken ook zelfstandig. En dat is weer prettig voor de kunstenaar, die met de woorden weinig kan, maar in wier hoofd de beelden blijven hangen.

Deze beelden spreken des te meer door de illustraties die de Spaanse monnik Beatus bij de Apocalyps maakte. Deze illustraties, ontstaan in de 8e eeuw, zijn primitief, maar tegelijkertijd zeer decoratief. Ze ontroeren door het feit dat de illustrator nog zo weinig wist van de anatomie van de mens. Van de Apocalyps van Beatus zijn in de loop van de Middeleeuwen zo’n twintig kopieën gemaakt. De illustraties in deze kopieën grijpen terug op de 8e eeuwse illustraties door Beatus. Maar je ziet dat de tekeningen verfijnder en geraffineerder worden in de loop der tijd.

De beelden die in mijn hoofd zijn blijven hangen zijn bij elkaar gevoegd tot dit boekwerkje. Ik pretendeer niet om het hele werk te illustreren. Het gaat om een greep uit de vele beelden die in de Apocalyps langs komen.

Het materiaal waarmee ik werk is textiel. Mijn werk bestaat uit verschillende lagen en ontstaat in een proces van verven en bedrukken, snijden en knippen, samenvoegen en bewerken met handgeborduurde steken. Het mag met recht slow art worden genoemd. Het neemt tijd om te maken, tijd waarin je de beelden van de Apocalyps en het werk dat je naar aanleiding daarvan aan het maken bent steeds opnieuw kunt overdenken.

Flox den Hartog Jager
De Bilt, september 2016

Boekje Apocalyps

Boekje Apocalyps
Boekje Apocalyps